Imatge de l'autor
107+ obres 482 Membres 4 Ressenyes 4 preferits

Sobre l'autor

Inclou aquests noms: G. Gezelle, Guido Gezelle

Crèdit de la imatge: Statue of Guido Gezelle in Bruges.

Sèrie

Obres de Guido Gezelle

Gedichten (1959) 67 exemplars
Hoe stille is 't (1980) 15 exemplars
Poëzie en proza (2002) 15 exemplars
En stoort de stilte niet (1987) 14 exemplars
Als de ziele luistert (1944) 12 exemplars
Kerkhofblommen 10 exemplars
Dichtwerken I 10 exemplars
Dichtwerken II 10 exemplars
Gezellebrevier een bloemlezing (1959) 9 exemplars
Kleengedichtjes 6 exemplars
Tijdkrans (1980) 5 exemplars
Hoger dan de sterren gedichten (2018) 5 exemplars
Verzameld dichtwerk (1980) 4 exemplars
Spreuken en gezegden (1993) 3 exemplars
Se aŭskultas la animo... (1999) 3 exemplars
Kleengedichtjes II 3 exemplars
Loquela 3 exemplars
Vliegoefeningen : graphic poem (2021) 2 exemplars
Verzameld dichtwerk 3 (1980) 2 exemplars
De XIV stonden 2 exemplars
Poems (1976) 2 exemplars
Verzameld dichtwerk 1 (1980) 2 exemplars
Verzameld dichtwerk 8 (1986) 2 exemplars
Vliegoefeningen 1 exemplars
Rijmsnoer 1 exemplars
Ik wense u een jaar 1 exemplars
Vlaamsche spreuken 1 exemplars
Volledige dichtwerken (1971) 1 exemplars
Laatste verzen 1 exemplars
Poesie Scelte (1999) 1 exemplars
Gezelle gedicht 1 exemplars
100 Gedichten 1 exemplars

Obres associades

Etiquetat

Coneixement comú

Nom normalitzat
Gezelle, Guido
Nom oficial
Gezelle, Guido Pierre Théodore Joseph
Data de naixement
1830-05-01
Data de defunció
1899-11-27
Lloc d'enterrament
Stedelijke begraafplaats Steenbrugge, Brugge, West-Vlaanderen België
Gènere
male
Nacionalitat
België
Lloc de naixement
Brugge, West-Vlaanderen, België
Lloc de defunció
Brugge, West-Vlaanderen, België
Llocs de residència
Brugge, West-Vlaanderen, België
Roeselare, West-Vlaanderen, België
Kortrijk, West-Vlaanderen, België
Educació
Klein Seminarie (Roeselare)
Groot Seminarie (Brugge)
Professions
leraar
priester
Relacions
Rodenbach, Albrecht (leerling)
Gezelle, Caesar (neef)
Streuvels, Stijn (neef)
Biografia breu
Geboren: Brugge, België, 01 mei 1830
1854: leraar aan het Klein Seminarie te Roeselare
Eerste publicaties vanaf 1858.
Leraar in de poësis , met als beroemdste leerling: Albrecht Rodenbach.
Kwam in langdurig conflict met zijn kerkelijke oversten, die hem op quasi-non-aktief zetten.
Werd op het einde van zijn leven teruggeroepen naar Brugge, waar hij op 27 november 1899 stierf.

Membres

Ressenyes

Ik heb tot op heden slechts een hoogst zeldzame keer poëzie besproken. Reden daarvoor is uiteraard in de eerste plaats dat poëzie doorgaans, toch voor mij, een stuk minder makkelijk te bespreken valt dan proza, maar ook dat je meer tijd moet steken in het lezen ervan (een dichtbundel als geheel lezen, is niet echt een optie), en dat ik er “gewoon” zelden aan toe kom. Wat niet wil zeggen dat ik geen poëzie in huis heb: zo’n honderddertig boeken van mijn collectie zijn geheel of gedeeltelijk aan gedichten gewijd. En van die honderddertig zijn er een kleine tien procent die alleen maar of ten dele werk van Vlaanderens bekendste dichter Guido Gezelle bevatten. Niet echt eigenaardig dus dat áls ik het een keer over poëzie heb, Gezelle op de proppen komt.

Maar dan wel met een boek dat ik pas een paar weken geleden op de kop tikte in een Zeelandse kringwinkel, Kleengedichtjes II. Voor wie al meteen van bij de titel z’n weg zou kwijt zijn in het Zuid-Nederlandse idioom van de dichter: ‘kleen’ betekent klein en Kleengedichtjes II bevat dan ook kleine gedichtjes. Of zoals de ondertitel aangeeft: Andere rijmreken, nageldeuntjes, spakerlingen en slapende botten, van Guido Gezelle. “Andere” om aan te geven dat er wel degelijk ook een Kleengedichtjes I is geweest, al heb ik dat boek dan niét in mijn collectie zitten. En al is “boek” in dit geval veel gezegd.

Ik heb er even mijn lintmeter bij gehaald: het boek is 10,5 centimeter breed, 13 centimeter hoog en nog geen centimeter dik, harde kaft inbegrepen. Zonder meer het kleinste boekje dat ik ooit gelezen (en nu ook besproken) heb, zelfs in een (beetje) broekzak past het nog. En dat zal ook wel het geval geweest zijn met de oorspronkelijke uitgave. Die verscheen namelijk al in 1860 (of 1861, daar wil ik van af zijn) bij Stock-Werbrouck in Brugge, terwijl de uitgave in mijn handen die uit 1931 bij L.J. Veen’s Uitgeversmaatschappij in Amsterdam is. Mijn uitgave werd dus “kritisch bewerkt” door ene Prof. Dr. Fr. Baur, “hoogleeraar te Gent”, “gebruikende voor elk vers de laatst bezorgde uitgave van de hand van Guido Gezelle zelf”. Althans, dat is wat in een Nota op de allerlaatste bladzijde, onder de prijzen voor de verschillende drukken, aangegeven staat.

Ik weet niet meteen wat ik me daarbij moet voorstellen, bij dat “kritisch bewerkt”, maar het lijkt er in ieder geval niet in bestaan te hebben de restjes er van tussen te laten. Wellicht wou de uitgeverij dat niet doen, maar het opnemen van onafgewerkte gedichten als het volgende is iets wat oorspronkelijk Gezelle en later L.J. Veen’s Uitgeversmaatschappij wat mij betreft hadden mogen laten:

Uw vlerk,
aan ‘t werk
in ‘t zwerk,
zweeft zwierend deur de wolken,
o tier-
end dier
dat hier
en ginder, almedeens...

Goed begonnen, daar niet van, maar het lijkt er op dat Gezelle in zijn schriftjes is gaan rondbladeren en de losse eindjes genegeerd heeft, toen hij dit soort dingen mee liet uitgeven. Of dat hij nog wat vulling nodig, want zoiets (een “nageldeuntje” misschien?) als “’k Voele een traan mijne ooge ontzwellen, / als ik denke: ‘t is voorbij.” kan toch nooit meer dan een aanzet geweest zijn. Net zomin trouwens als “Daar is hij, roept er een, / loopt weg, hij gaat u vangen!” of “’k Danke u, van het leven, dat / gij mij laat genieten”. Al wil dat niet zeggen dat er in die, hoe zal ik ze noemen, spreuken geen waarheid kan zitten. “En zoekt ge u zelven geen verdriet, / o mensche, en zoekt u zelven niet”, mag er bijvoorbeeld wezen, net zoals “De daverende / zonne danst / en dingelt op de / daken” zelfs in al zijn beperktheid zonder enig probleem kan geïdentificeerd worden als iets van Gezelle. Zoals ook dit, al iets “groter” gedichtje: “Al met eenen keer, ontbonden, / bonst de donder daverende uit; / diepe en door des werelds gronden / bauwt zijn bulderend barstgeluid”.

Even goed als in een zin als “maakt het iemands ooge ondroog” het onmiskenbare talent van Gezelle voor het creëren van toepasselijke neologismen naar voor komt. Hij zal allicht ook de eerste of minstens een van de eersten geweest zijn die – beeld u in, in 1860 al, bijna anderhalve eeuw voor dat een gewoonte werd op “sociale” media! - het werkwoord ‘ontvrienden’ gebruikte: “’k Ben teenenmale ontvriend, / ontvrijdomd en ontvrolijkt”. Maar goed, voor Gezelle gold dan ook: “Dichten is geen kunste kom / geen kunste, / Dichten is een gunste Gods / een gunste” en behalve voor veel – hij was per slot van rekening een priester – religieuze poëzie gebruikte hij die “gunste” ook voor andere, soms humoristische werkjes, bijvoorbeeld dit:

Men spreekt van ‘Goudenregen’, maar
gelukkig mag het heeten,
dat eventwel de wolken daar
nog altijd water zweeten.

Of voor het bezingen van zijn geliefde natuur uiteraard:

‘t Weer is helder lauw en zoet
zoo ‘t niet elken dag en doet.
Laat mij in de groene weiden
bij der hand u henenleiden:
‘k zal u blomkes nu en dan
toogen en gij zult daarvan
later dit en dat mij klappen
nopens blomkes eigenschappen.
‘t Blomke dat ik liefst van al
zie en altijd blijven zal
geren zien, zoo lange er bloeien,
ziet het daar beneen u groeien,
reis en reis met de eerde, daar
strekt zijn zedig lofgebaar
en men ziet zijn groen verterre
maar van bij en nooit van verre

wilt gij weten hoe ze nommen?
‘t Zijn, met oorlof, pisseblommen.

Of van de menselijke natuur:

Dat handhaaft de vorke,
dat handhaaft de koe:
dat werkt als de beste
van ‘t boerengedoe;
dat bidt, in de kerke;
dat wiedt, op het land;
dat mint en dat moedert…!
Van herte en van hand,
en is er geen vrouwvolk,
rechtzinnig gezeid,
als, hier in ons Vlanderen,
de dorpsvaste meid.

Of, ten slotte, over de menselijke natuur gesproken, zijn volk en zijn taal:

Te Brugge in de oude vaderstad
die eens vol rijke koopmans zat,
maar die ‘t nu al ontbreekt,
al, buiten nog wat waalschen draf
en fransche dwepers ijdel kaf
dat niet als fransch en spreekt,
daar eertijds, o wat bittere schand -
hier Breydel heeft zijn bijl geplant
in menig waalsche borst
die ‘t duur moest koopen aan zijn wraak
zoo hij in valsche walsche spraak
een woordje reppen dorst...

Ik zou deze bespreking dan ook willen beëindigen met een laatste “kleengedicht” dat dan wel over vuile plassen gaat, maar ook betrekking zou kunnen hebben op morsige kleine boekjes als dit:

In elken vuilen plasch
van voet- of wagenspeur,
die blankgelopen staat,
vol morzig regenwater,
verschijnt het evenbeeld
der bloote zonne, en laat er
nen lach uit henengaan
van liefde- en lichtgeschater.

Björn Roose
… (més)
 
Marcat
Bjorn_Roose | Mar 16, 2023 |
As something of a cultural edifice in Belgium and a highly regarded poet in the Netherlands, Guido Gezelle should need little introduction. Yet perhaps Gezelle's dynamic, melodic lyrical poetry from the 1850s deserves more international recognition for being ahead of its time. Some people even go so far as to disparage literature in Dutch, by saying that "Dutch poetry, whether from Flanders or the Netherlands, has a stronger claim to international appreciation than Dutch-language prose" (source, including a nice selection of some translated poems by a variety of authors). For the relevant time period of the the late nineteenth, early twentieth century they are probably not wrong. I can barely stand many a prose classic written in the period of roughly the 1880s to the 1910s myself, although when you compare it to the tedium of a George Eliot or a Thomas Hardy I'd be hard-pressed to say it's any worse. The real question is, I suppose, whether Dutch literature of the time has anything as wonderful as Henry James.

The Gezelle vertaald anthology brings together some of Gezelle's pearls, presented in the original Dutch as well as various translations in the neighboring languages of English, German, French… and Latin. An unfortunate shortcoming of this anthology, certainly for an international audience, is that the rights to the English translations by Christine D'haen and Paul Claes could not be secured, but a sampling of those can be found here. Incidentally, a fairly exhaustive list of translations in other languages can be found here, although unfortunately Flash is required.

Following is a list of some of my favorite translations included in this work. Keep in mind that this is not the same thing as a list of my favorite poems in Dutch.

  • "Message des oiseaux" (Boodschap van de vogels), translated by Liliane Wouters, p. 38.

  • "Besuch am Grab" (Bezoek bij 't graf), translated by Wolfgang Cordan, p. 55. Oddly enough, I don't care for this one in Dutch at all. I'm not sure why it works for me in German, but apparently the perhaps even more than usual overt religiosity is not the problem.

  • "Bien plus vaste que ma vue" (Hooger als mijn oogen dragen), translated by Jan Schepens, p. 59.

  • "Cor tuum si patet" (Als de ziele luistert), translated by H. Vroom, p. 61. Admittedly my knowledge of Latin is rudimentary at best, but in spite of what I perceive as a loss in meaning — which could be mine to blame — I enjoy the interaction between the meter and the sounds.

  • "Un vers courait dans ma prière" (Daar liep een dichtje in mijn gebed), translated by Jan Schepens, p. 62.

  • "Weißt du, wie die Winde werden?" (Weet gij waar de wind geboren), translated by Wolfgang Cordan, p. 63.

  • "Le nid de mésanges" (Het meezennestje), translated by Liliane Wouters, p. 74. The joy and soundplay of the original Dutch is wonderfully captured in the French translation by Liliane Wouters.

  • "Le rossignol" (Waar zit die heldere zanger, dien), translated by Liliane Wouters, p. 98. It's starting to become apparent that I regard Liliane Wouters' translations highly.


  • "Schnee" (Wintermuggen), translated by J. Decroos, p. 130. I might slightly prefer the German translation.



Tallying up, I would definitely recommend the translation by Liliane Wouters for speakers of French. I also quite enjoyed the selection of German translations by Jérôme Decroos, even though a few years ago I wasn't particularly enchanted by his German translations of some of Hadewijch's work in Niederländische Gedichte aus neun Jahrhunderten (1960, p. 43, 44 [Selections from songs 19 and 22]). In the following bibliography I'll mark the translations I recommend based on my sampling in bold. All in all I thoroughly enjoyed this book.

Johan Van Iseghem (ed.) (2003), Gezelle vertaald: een meertalige bloemlezing.

★★★★

Sources of the mentioned translations

  • Cordan, Wolfgang. Guido Gezelle. Rauschendes Ried. Eine Auswahl von Wolfgang Cordan. Oostende: Erel, 1973.

  • Decroos, J. Guido Gezelle. Ausgewählte Gedichte. Paderborn: Verlag der Bonifacius-Druckerei, 1938.

  • Schepens, Jan. Kleengedichtjes. Guido Gezelle. Petits poèmes, traduits par Jan Schepens. Oostende: Erel, 1973.

  • Vroom, H. Centum Carmina quae composuit Guido Gezelle. Latinus versibus reddidit Dr. H. Vroom. Leiden: E.J. Brill, 1967.

  • Wouters, Liliane. Guido Gezelle. Un compagnon pour toutes les saisons. Choix, préface et traductions: Liliane Wouters. Editions Autres Temps & Liliane Wouters, 1999.



Other works mentioned

  • Claes, Paul and Christine D’haen.The Evening and the Rose. Poems translated from the Flemish by by Paul Claes and Christine D’haen, Antwerpen: Guido Gezellegenootschap, 1989. – 115 + [I] p., 22 x 13 cm.

  • Decroos, Jérôme. Niederländische Gedichte aus neun Jahrhunderten, Freiburg: Herder, 1960, 320 pp.





Cross-posted from my blog.
… (més)
 
Marcat
Frenzie | Jan 17, 2017 |
Een werk gemaakt door Christine Wiegman ter ere van Guido Gezelle, voor zijn jubileumjaar 1980.
 
Marcat
elsmarijnissen | Jul 8, 2013 |
Bloemlezing van het beste van Gezelle. Ik blijf hem onze meest virtuoze dicher vinden
 
Marcat
bookomaniac | Jul 9, 2010 |

Llistes

Premis

Potser també t'agrada

Autors associats

Estadístiques

Obres
107
També de
10
Membres
482
Popularitat
#51,208
Valoració
½ 3.7
Ressenyes
4
ISBN
45
Llengües
4
Preferit
4

Gràfics i taules