IniciGrupsConversesMésTendències
Cerca al lloc
Aquest lloc utilitza galetes per a oferir els nostres serveis, millorar el desenvolupament, per a anàlisis i (si no has iniciat la sessió) per a publicitat. Utilitzant LibraryThing acceptes que has llegit i entès els nostres Termes de servei i política de privacitat. L'ús que facis del lloc i dels seus serveis està subjecte a aquestes polítiques i termes.

Resultats de Google Books

Clica una miniatura per anar a Google Books.

S'està carregant…
MembresRessenyesPopularitatValoració mitjanaConverses
362679,911 (2.93)Cap
Cap
S'està carregant…

Apunta't a LibraryThing per saber si aquest llibre et pot agradar.

No hi ha cap discussió a Converses sobre aquesta obra.

Es mostren totes 2
De goden zij dank voor cursiefjes: ze lezen makkelijk (of je leest ze makkelijk vóór), je hoeft een bundel ervan niet ineens te consumeren (met een roman hoeft dat natuurlijk óók niet, maar u begrijpt allicht wat ik bedoel), en… ze bespreken is een koud kunstje (het is nauwelijks mogelijk, dus citeer je maar wat). Ik kan ze – die cursiefjes - dus tot mij nemen in het weekend, ze voordragen aan mijn lief (die dat tot nog toe toch altijd weten te waarderen heeft of goed verbergt dat het haar ergert), en ze tussen het “zwaardere” werk door, ter afwisseling daarvan, aan u voorstellen.

Dat geldt ook voor Poot, ondertitel: Verhalen over de hond, van Midas Dekkers, verschenen bij Pandora in 2001. Niet meer dan een goeie honderdveertig bladzijden in pocketformaat, van een auteur die ik u al eerder voorstelde (zie mijn besprekingen van De beste beesten https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2021/11/de-beste-beesten-midas-dekkers...., De kikvors en andere beesten https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/05/de-kikvors-en-andere-beesten-mi..., en De koeskoes en andere beesten https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/06/de-koeskoes-en-andere-beesten-m..., en bovendien met een inhoud die niet honderd procent nieuw was. “De bloedhond, De bokser, Het buitenboordbeest, De bulldog, De cockerspaniël, De dalmatiër, Fikkie, De Hongaarse herder, De Napolitaanse mastiff, Het reukdier, De teef en De windhond verschijnen hier voor het eerst in boekvorm”, wordt immers vermeld in de Verantwoording, maar “De andere verhalen zijn eerder gepubliceerd in verschillende bundels beestenverhalen”. De bouvier, De terriër, De hot dog en De tekkel ontmoette ik inderdaad al in De kikvors en andere beesten (al heette De tekkel daar De teckel), en De christenhond, Het mormel, De collie, De basset, De basenji, De Ierse setter, De brokkenhond, De wolfshond en De maltezer in De beste beesten.

Maar ook dán blijft er nog genoeg over, in ieder geval voor mij (en, tenzij u meer van Dekkers gelezen heeft dan ik, dus ook voor u). Behalve de verhalen die in Poot voor het eerst in boekvorm verschenen, waren er dat nog eens tweeëntwintig: De pekinees, De jachthond, De labrador, De Deense dog, De golden retriever, De pincher, De hond, De wolf, De foxterriër, De god, De Haagse herdershond, De chihuahua, De legerhond, De goede herder, De Turkse windhond, De poedel, De herdershond, De pitbull, De helhond, De rottweiler, De dashond en De luisteraar (even hertellen en tot de conclusie komen dat het er inderdaad tweeëntwintig zijn). In totaal dus vierendertig verhalen die ik nog niet eerder had gelezen, maar – eerlijk is eerlijk – ook al de verhalen die ik wél al had gelezen (u mag zelf even uitrekenen hoeveel het er dan gezamenlijk waren) heb ik nóg eens gelezen. Dekkers’ beschrijvingen van dieren- en voor een minstens even groot aandeel mensengedrag, blijven immers beestig goed.

Bijvoorbeeld – en ik beperk me verder, dat zult u ongetwijfeld weten te waarderen, tot de “stukjes” die ik nog niét eerder had gelezen – als het gaat over dat “Poot” uit de titel: “Wat ik wel zeker weet, is dat je het woord ‘poot’ minder hoort. Nog niet zo lang geleden zeiden veel mensen ‘poot’ tegen wat nu ‘gay’ heet. Daarbij werd besmuikt gekeken en met de ene hand plat op de andere geklopt. (…) Honden hebben ook vijf vingers. Maar of er onder honden ook zo veel poten zijn? Volgens bioloog Bruce Bagemihl wel. In zijn boek Biological Exuberance stikt het bij de dieren van de homo’s. Ook bij honden. Na vermelding van homoseksuele cavia’s en lesbische hamsters verbaast je dat niet meer; zelfs ‘veel gewone aquariumvissen’ zouden ‘homoseksualiteit’ vertonen. Wat je van de hond verbaast, zijn vooral de rassen in het boek. Poedels, keeshondjes, bichons of pekinezen noemt Bagemihl niet als homo, wel beagles, cockerspaniëls en Weimaraners. Allemaal jachthonden! Wie had dat van zijn cockerspaniël gedacht? Je gaat een jachtpartij toch met heel andere ogen bekijken. Wat te denken van de jager? En als zijn hond al homo is, hoe een nicht is dan zijn paard?”

Of over de wolf in de hond (niet letterlijk, al komt dát wel ter sprake in het verhaal De wolf): “Waarom kan een hond nooit eens rustig van zijn voer genieten? Omdat hij een slecht verbouwde wolf is. Wolven vechten met de andere wolven om de buit en zijn er daarom op geprogrammeerd om zo snel mogelijk zo veel mogelijk naar binnen te werken. Dat programma zijn ze bij de hond vergeten te wissen.” (uit het stukje De labrador).

Of over de aap uit en in de mens: “Een mens heeft geen staart, die moet zich geheel met zijn gezicht door het leven slaan.” (uit De Hongaarse herder) En: “Daarom gaan (…) [mensen] trainen. Dat helpt. Spieren worden er groter van. Mannen bodybuilden tot ze eruitzien als een KI-stier, vrouwen tot hun borsten op hun bovenarmen zitten.” (uit De windhond)

Of over de bloem in de vrouw: “Hoewel het als ongepast wordt beschouwd dat mensen elkaar als honden besnuffelen, proberen mensen het ook weleens met geuren. In verband met het gebrekkig reukorgaan worden voor de lieve som van 150 miljoen gulden per jaar parfums te hulp geroepen. Om onverklaarbare redenen probeert een vrouw hierbij echter niet naar mens, maar naar een of ander bloempje te ruiken. Aangezien mannen geen bijen zijn, mislukt de opzet jammerlijk.” (uit De teef)

Of over de mens in en uit de brousse: “In Afrika wonen opvallend veel mensen met een zwarte huid en dikke lippen. Dat zijn negers. Negers behoren biologisch tot dezelfde soort als blanke mensen, omdat ze ermee kunnen kruisen. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld chimpansees, die wel op mensen lijken, maar er niet mee kruisen. Daarom wonen negers bij ons in de Bijlmermeer en chimpansees in Artis.” (uit De wolf). En: “Steeds vaker zie je mensen het bos in lopen zonder hond. Het is een raar gezicht. Hard hijgend, de tong uit de mond, rennen ze in malle pakken rond, hazen opjagend, vogels verstorend. Ze spelen kortom zelf voor hond. Jogging heet dat. Echte honden begrijpen dat en rennen er speels kuitenbijtend achteraan.” (uit De cockerspaniël) Terwijl al dat geren voor de mens niet eens zinnig is: “Iemand die zijn leven lang flink traint, mag op zijn tachtigste op een à twee jaar langer leven rekenen. Maar tel je alle uren die je daarvoor al die jaren moet hometrainen en joggen op, dan zou je je kunnen bedenken. Om een à twee jaar langer te leven, zo is uitgerekend, moet je een à twee jaar van je leven zitten te puffen en lopen te zweten. Tel uit je winst.” (uit De bloedhond).

Of – we weken even af - over de mens in en uit de kleren: “Wat is mode? Mode is kleding die niet goed past. Rokken zijn altijd te kort of te lang, schouders te breed of te smal, hakken te hoog of te laag. Anders zie je niet dat het duur is. Ter wille van de mode wordt de rok elk jaar opnieuw uitgevonden, als een wiel dat nu eens vierkant en dan weer driehoekig is, maar in ieder geval nooit rond. Vaak komt er de eerste nacht een heel ander iemand uit de kleren te voorschijn dan je gehoopt had.” (uit De dalmatiër)

Of over mensen die niet uit het bed in een huwelijk duiken: “Vroeger had je vrijgezellen. Mannen in morsige pakken waren dat, met sigarenas op hun broek, altijd vol verhalen, door hun neefjes op handen gedragen. Vrijgezellen, wisten wij als jongen, ruimden nooit hun kamer op, ze hoefden hun bord niet leeg te eten en ‘s morgens trokken ze gewoon de vieze onderbroek van gisteren weer aan. Later als we groot waren, werden we ook vrijgezel. Lekker naar niemand hoeven te luisteren en het middelpunt zijn op feestjes. Waar zijn ze gebleven, de echte vrijgezellen? Getrouwd? Gehomofileerd? Weggeëmancipeerd? Er zijn nog wel ongetrouwde mannen, meer dan ooit zelfs, maar niet van het slag waar neefjes iets tegenop te kijken hebben. Schone-onderbroekendragers. Afwasmachinebezitters. Alleenstaanden noemen zich tegenwoordig ‘singles’ en roeien hun soort uit op speciaal daarvoor georganiseerde singlesavonden. Voor een echte vrijgezel moet je nu in de stripwinkel zijn. In strips leeft hij voort. Als held.” (uit De foxterriër, waarin Bobbie van Kuifje een rol vervult).

Of over de hond in de poedel: “Dat er in zo’n levende theemuts een hond zit, blijkt pas wanneer de hondentrimmer hem openmaakt. Bij de trimmer ook blijkt zijn functie. Een poedel is het symbool bij uitstek van de onderwerping van de natuur aan de mens. Bij de poedel immers beperkt men zich niet tot het schaven aan een ras, maar schaaft men door aan het dier zelf, met scharen, krultangen en tondeuses, tot het onherkenbaar is. Alle jubelzangen op de natuur ten spijt vond men dit stukje natuur kennelijk pas aanvaardbaar na grondige verbouwing en restauratie.” (uit, uiteraard, De poedel).

Of over de drol uit de hond: “Steeds meer gemeenten voeren een actief poepbeleid. Om de straten schoon te houden, worden de mensen er met hun honden het bos ingestuurd, met het gevolg dat je nu in het bos ook al uit moet kijken waar je loopt. In gemeenten waar weinig bos voorhanden is, moeten de mensen tegenwoordig iets met schepjes en plastic zakjes doen. Het is een besmuikt gehannes. Konden de mensen vroeger doen alsof er helemaal niets uit hun hond kwam, nu moeten ze tijdens het rondlopen met een plastic zakje kijken alsof er aardbeien in zitten of lekkere knabbelnootjes voor onderweg. Niet iedereen slaagt daar even goed in, maar dat is waarschijnlijk een kwestie van tijd. Het is even wennen dat na de telefoon nu ook de drol mobiel is.” (uit Fikkie)

Of over de protestant in de hond (waarbij er uiteraard geen enkel verband is met voorgaande paragraaf): “Honden zijn niet door God gemaakt, die komen voor rekening van de mens. Bijgevolg zijn honden wel met de erfzonde belast. Het zijn de enige wezens die de mens qua schuldgevoel evenaren. Alles trekken ze zich persoonlijk aan, altijd zijn ze wel bereid, de staart tussen de poten, de schuld op zich te nemen. Honden zijn zwaar protestants.” (uit De helhond)

Enfin, genoeg ge-in-d en ge-uit, we vliegen er uit… in den beginne: “In den beginne schiep God elk zoogdier met twee handen aan het lijf. Beide handen telden vijf vingers. Hoe dat van pas kan komen, weten we uit ervaring. Met eigen handen heeft de mens de beschaving opgebouwd. Vergelijk dat eens met het gestuntel van een paard. Per poot hebben paarden na hun evolutie nog maar drie vingers over, waarvan twee dan nog uitsluitend voor de sier. Het geheel is star vergroeid. Hondachtigen hebben nog wel alle vijf de vingers, maar die zijn tot een klauw vergroeid. Als je ziet hoe onthand ze tegen blikjes Pal aan blijven douwen, begrijp je dat ook zij nooit echt goede pianospelers zullen worden.” (uit De luisteraar)

Of schrijvers, zou ik zeggen. In tegenstelling tot Midas Dekkers, zou ik zeggen, die ook met deze bundel weer flink tegen mijn lachspieren heeft aangedouwd.

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Mar 20, 2023 |
Maybe I shouldn't have read Poes and Poot after each other, because it was a bit much. However, the book is still hilarious and very educational. Such a pity I always forget these interesting trivia. ( )
  emhromp2 | Aug 23, 2010 |
Es mostren totes 2
Sense ressenyes | afegeix-hi una ressenya
Has d'iniciar sessió per poder modificar les dades del coneixement compartit.
Si et cal més ajuda, mira la pàgina d'ajuda del coneixement compartit.
Títol normalitzat
Títol original
Títols alternatius
Data original de publicació
Gent/Personatges
Llocs importants
Esdeveniments importants
Pel·lícules relacionades
Epígraf
Dedicatòria
Primeres paraules
Citacions
Darreres paraules
Nota de desambiguació
Editor de l'editorial
Creadors de notes promocionals a la coberta
Llengua original
CDD/SMD canònics
LCC canònic

Referències a aquesta obra en fonts externes.

Wikipedia en anglès

Cap

No s'han trobat descripcions de biblioteca.

Descripció del llibre
Sumari haiku

Debats actuals

Cap

Cobertes populars

Dreceres

Valoració

Mitjana: (2.93)
0.5 1
1
1.5
2
2.5
3 5
3.5
4
4.5
5 1

Ets tu?

Fes-te Autor del LibraryThing.

 

Quant a | Contacte | LibraryThing.com | Privadesa/Condicions | Ajuda/PMF | Blog | Botiga | APIs | TinyCat | Biblioteques llegades | Crítics Matiners | Coneixement comú | 204,503,521 llibres! | Barra superior: Sempre visible