In het huis van tante Gé, waar Elske woont, omdat haar ouders en haar broers ergens zijn waarvan Elske niet weet waar, speelt het verhaal zich af. Elske woont hier omdat het oorlog is, Elske is joods, ze moet zich schuilhouden, en dat doet ze bij tante Gé.
Tijdens haar verblijf in het huis komen er nieuwe mensen bij, maar er verdwijnen ook mensen, Elske vraagt zich af waar deze mensen heen gaan, maar ze vraagt het niet omdat ze weet dat het soms beter is iets niet te weten. In het boek merk je duidelijk dat Elske bang is, voor de oorlog en voor de verhalen, en uiteraard voor wat er met haar familie gebeurd is. Elske is dan wel bang, toch blijft ze positief, ze weet dat het op gaat houden, hierdoor troost ze anderen en neemt ze angst bij anderen weg, Elske is weet dat het goed komt, maar wanneer? ( )

Woutertje pieterse prijs 2010

Verstild en poëtisch oorlogsmonumentje vanuit een klein meisje in haar onderduiktijd. Ontroerend & origineel boekje. ( )