Foto de l'autor

Leo Wessels

Autor/a de Een veelzijdige verstandhouding

5 obres 5 Membres 2 Ressenyes

Obres de Leo Wessels

Etiquetat

Coneixement comú

Encara no hi ha coneixement comú d'aquest autor. Pots ajudar.

Membres

Ressenyes

Het nationalisme is een actueel onderwerp. Historici wijden er het ene boek na het andere aan. Het is niet meer bij te houden. Maar om de lezers van thans -primair de studenten van de Open Universiteit, maar waarlijk niet hen alleen op de hoogte van de stand van zaken te brengen, is recent bij SUN een tweedelig werk verschenen dat naar volstrekte volledigheid streeft, bij elkaar zo'n duizend bladzijden, alle aspecten worden grondig belicht en vergeleken. Dat kon natuurlijk niet het werk zijn van een man, ik tel tegen de dertig geleerden die de geestelijke, culturele, economische en sociale facetten van het nationalisme beschrijven.

Dat is een beetje het probleem van het boek, het wil een handboek zijn over een thema. Geen these maar een samenhangend overzicht. Daarom moet het al die medewerkers enigszins in de maat laten lopen, maar dat lukt niet helemaal. Er zijn nogal wat herhalingen en tegenstrijdige belichtingen, maar niet al te storend, integendeel, ze zetten aan tot denken.

Was bijvoorbeeld de grote Jean Jacques Rousseau, door velen als de vader van het nationalisme beschouwd, een politieke profeet van het totalitaire systeem zoals Talmon hem beschreef na de Tweede wereldoorlog (ll, 140) of een nostalgische moralist, zoals de beste kenner van zijn ideeen in ons land, J.W. Oerlemans beweert (l,174-177)?

Zoveel opstellen van zoveel deskundigen, daar is altijd wel wat kritiek op mogelijk. Maar het dunkt mij dat de lof het zeker wint! Hier heeft men nu eens alles bij elkaar, het boek is zowaar uitgegroeid tot een geschiedenis van de laatste twee eeuwen, met wisselende benaderingen, thematisch en chronologisch, cultureel, politiek en sociaal-economisch. Lijkt het soms een labyrinth, het is toch toegankelijk door de voortreffelijke indeling. Lijkt het soms wel een opsomming van politieke feiten, het geeft tegelijk diverse diepgaande essays over zeer essentiele zaken. Al in het begin vindt men het mooie stuk van A. Labrie over de 'religion civile'. Duidelijk wordt daarin beschreven hoe het romantische, organisch genoemde nationalisme langzaam maar zeker verwordt tot overspannen dweperij met het eigen superieur geachte volk.

Het is beklemmend om waar te nemen hoe de nobele gedachte van culturele diversiteit, door Herder gepropageerd als reactie op het vage zelfbewustzijn, dat leidt tot verdeeldheid en nieuwe spanningen in het Europese verband brengt met de spanning tussen agrarisch verleden en industriele toekomst, tussen kunstenaar en burgerij. Uit die wortels groeit tegen het einde van de negentiende eeuw het vulgaire conservatief-revolutionaire nationalisme dat in de twintigste eeuw zulke verschrikkelijke gevolgen zal hebben. Dat is een ontwikkeling die al in de negentiende eeuw grote geesten als Nietzsche (en Burckhardt, hier helaas niet genoemd) tot diepe wanhoop brengt. De crisis wordt steeds groter, de pseudo-religies van communisme en fascisme gaan domi neren en tenslotte, beweert de schrijver, blijven alleen de grote geesten (Andre Gide, Thomas Mann etc.) immuun voor de verwildering. Dat is toch een vreemde conclusie. De schrijver heeft geen oog gehad voor de doodgewone mensen (om ze zo maar te noemen) onder wie goddank tradities en normen bewaard zijn gebleven. Als dat niet zo was zou er in de jaren 1940-'45 geen verzet zijn geweest!

De omslag van de liberale burger-cultuur naar de autoritaire massa-beweging wordt eveneens behandeld in het tweede deel, in een hoofdstuk over de twintigste-eeuwse cultuur geschiedenis. Ook dat is boeiend, maar daar ziet men ook hoe slim de titel van het hele werk is die immers spreekt van veranderende grenzen. Alles heeft met alles te maken in zo'n opzet en het verhaal loopt hier uit op de heel andere kwestie van wat eigenlijk het kenmerk is van onze moderne wereld. Keurig wordt daar een schema gemaakt aan de hand van wankele begrippen als modern, modernistisch en postmodern.

Dat gaat dan als volgt: de moderne tijd zou zijn begonnen in de achttiende eeuw' zou omstreeks 19OO in de grote crisis zijn geraakt (het verbaast mij wel dat Romeins 'Op het breukvlak van twee eeuwen' niet wordt vermeld) en zo zou het modernistische tijdvak zijn ontstaan, dat dan geduurd heeft van 189O-197O en gekenmerkt werd door het kwellende dilemma tussen traditie en toekomst, wat zowaar vergeleken wordt met de querelle des Anciens et Modernes' (strijd tussen de ouden en modernen zoals die de zeventiende eeuw in Frankrijk en Engeland was gevoerd met als inzet de vraag naar de vooruitgang). Deze tijd werd gekenmerkt door melancholie en hunkering naar zekerheden in filosofieen als het logisch positivisme en het structuralisme en in eigenzinnige aanvaarding van de dwaze werkelijkheid in zulke bewegingen als het surrealisme en het existentialisme.

Tenslotte luidde de revolutie van de jaren zestig de zege van een nieuwe tijd in, die we dan (met een eigenlijk malle kunstterm) postmodern noemen. Eindelijk zou zo in eigen tijd de spanning tussen burgerij en massa, tussen de cultuur van 'high' en 'low', zijn opgeheven. Eindelijk zou zo ook de 'Open Society', door Karl Popper bepleit, werkelijkheid zijn geworden.

Dat proces begon niet toevallig in de Verenigde Staten met de bekende Pop-art en verover de Europa en de rest van de wereld stormenderhand. De oude waarden, de zo vernuftig bedachte structuren, de verbanden van bovenaf door een of andere elite opgelegd, golden niet meer. Het denken werd gefragmentariseerd in 'epistemes' (Foucault), het spreken werd een 'taalspel' alleen in een bepaalde context verstaanbaar (Wittgenstein), de officiele kunst verbroederde zich met de kitsch, en dat alles leidde dan niet tot de droefheid van vroeger maar, zeggen de schrijvers van dit stuk, tot euforie. Wat ze daar precies mee bedoelen weet ik niet (niet de 'New Age' hoop ik) maar zelden heb ik de moderne ontwikkelingen zo lucide zien uitleggen en begrepen waarom ik er zoveel op tegen heb.

Heeft dat nog iets met nationalisme te maken? In elk geval met veranderende grenzen. Maar juist daarom is het zo moeilijk recht te doen aan dit al te veelkoppige werk. Er staan nog zoveel uitstekende hoofdstukken in, bijvoorbeeld over het ontstaan van het internationale bestel, over het nationalisme in Frankrijk en in Duitsland, Engeland en ltalie, over de massabewegingen van onze eeuw en de oorlogen die daarmee op gang kwamen, over de groei van de Europese beweging, over de Koude Oorlog en zijn einde. De Verenigde Staten worden in twee duidelijke stukken behandeld, het is echter wel jammer dat juist in dit werk, dat toch begint met het probleem van de 'religion civile' de eigenaardige Amerikaanse vorm van nationalisme, die tegenwoordig als 'civil religion' veel aandacht krijgt daarbij niet ter sprake komt. Een voorbeeld van het gebrek aan samenhang.

Al met al is dit eigenlijk meer een naslagwerk dan een 'leesboek'. Mijn bezwaar blijft dat de auteurs het thema te zelfstandig mogen behandelen, het was kennelijk moeilijk voor hen in de maat te lopen en zo veranderden de grenzen van het werk als een uitdijend heelal, zodat ook mijn recensie dreigt te gaan lijken op loshangende.'mots et choses' om nog eens met Foucault te spreken. Maar dit werk bevat zeer veel belangrijke gegevens en interpretaties, het is bovendien verlucht met een keur aan kleurrijke illustraties en kaarten, het zal zeker van nut zijn voor ieder die wil weten in wat voor een vreemde wereld wij leven. Ik hoop het dikwijls te raadplegen.
… (més)
 
Marcat
aitastaes | Feb 1, 2019 |
De Europese geschiedenis vanaf de Franse Revolutie is in belangrijke mate bepaald door het nationalisme, de problematiek van het al dan niet samenvallen van de grenzen van natie en staat. Tussen het Congres van Wenen (1815) en het Verdrag van Versailles (1919) twee momenten waarop de kaart van Europa nieuw werd getekend, manifesteerde het nationalisme zich op uiteenlopende wijzen. Het leidde tot een gevaarlijke internationale politieke rivaliteit, maar stimuleerde tevens de creatieve wedijver tussen staten en volkeren en leverde zo een bijdrage aan de vitaliteit van een pluriforme Europese cultuur. Duitsland en Italië vormden zich als natie-staten. Oude natie-staten als Frankrijk en Engeland werden in hun kracht bevestigd. maar voor de traditionele multi-nationale imperia, Oostenrijk-Hingarije, Rusland en het Ottomaanse Rijk, fungeerde het nationalisme als een desintegrerende factor.
Toon minder
Recensie(s)
Wanneer men in een historische atlas de kaart van Europa van 1815 - regelingen van het Wener Congres - legt naast een kaart van 1919 - regelingen van het Verdrag van Versailles - constateert men dat deze twee kaarten grondig verschillen. In elf hoofdstukken wordt de vorming van nationale staten en de wijziging van landsgrenzen besproken. Na een inleiding over de begrippen nationalisme in Europa en over integratie-desintegratie, beschrijven 5 auteurs aspecten van de maatschappij, die zich in de negentiende eeuw ontwikkelt tengevolge van de Verlichting en de Franse Revolutie. De tweede helft van het boek omvat 6 hoofdstukken, die handelen over de onderscheiden Europese naties. Het boek is goed leesbaar, maar veronderstelt enige kennis van schrijvers, filosofen en historici uit de 18e en 19e eeuw. Daar het een studieboek betreft ontbreken de verwijzingen niet. In de bibliografie, is recente literatuur over het nationalisme opgenomen. Een waardevol boek voor degenen, die belangstelling hebben voor de 19e-eeuwse ontwikkelingen.
… (més)
 
Marcat
aitastaes | Dec 30, 2018 |

Potser també t'agrada

Autors associats

Estadístiques

Obres
5
Membres
5
Popularitat
#1,360,914
Valoració
2.0
Ressenyes
2
ISBN
2
Llengües
1